Van Sint-Genesiusgilde naar Lauwerkrans en Kink Kank Hoorn.
De eerste vertoningen vonden plaats op 18 en 19 december 1904.
In 1911 volgde de afscheiding van de gemeente Adinkerke en werd De Panne een onafhankelijke gemeente.
De nieuwe gemeente stond voor de taak zijn toenemende bevolking op cultureel vlak wat te bieden.
De eerste burgemeester Ernest d'Arripe steunde de toneelvereniging volmondig en zorgde er zelfs voor dat de gilde in 1912 erkend werd tot rederijkersgenootschap.
In 1913 echter werd de laatste opvoering gespeeld met "Robert en Bertrand", want kort daarop brak de eerste wereldoorlog uit.
In 1922 werd de draad weer opgenomen en speelde men naast toneelstukken ook operettes.
In 1932 kwam er een splitsing tot stand en kregen wij het potsierlijk beeld van twee katholieke rivaliserende verenigingen: Sint-Genesiusgilde en Lauwerkrans.
In 1938 kwam de hereniging tot stand en werd Kink Kank Hoorn geboren.
Toch was het pas in 1948 dat Kink Kank Hoorn definitief werd gesticht.
Het eerste stuk " Antje", opgevoerd op 19 en 20 december 1948 , kende een daverend succes, met in de hoofdrol Simone Swyngedouw, die het zo goed deed dat ze meteen de bijnaam Antje kreeg.
Van toen af ging de weg snel omhoog, en dit onder de regie van Edmond Laverge, die vooral karakterstukken voor het voetlicht bracht. In die tijd beschikte Kink Kank Hoorn over een sterke groep met zeer goede acteurs en actrices.
In 1950 schreef Kink Kank Hoorn zich in voor de provinciale toneelwedstrijd van West-Vlaanderen met het stuk "Mevrouw Pilatus" van Willem Putman.
Het werd een succes, want Kink Kank Hoorn werd meteen gepromoveerd naar Erecategorie.
Tweedaagse Gouwdag.
In 1952 werd door het bestuur van Kink Kank Hoorn met medewerking van het Algemeen West-Vlaams toneelverbond (A.W.T.)een tweedaagse gouwdag ingericht.
De meeste toneelverenigingen uit het Vlaamse land hadden een afvaardiging gestuurd.
Als slot van deze tweedaagse werd door Kink Kank Hoorn zelf de creatie "Magellaan", van Ferdinand Vercnocke opgevoerd, en dit in de regie van Remi van Duyn, een groot spektakel, waardoor Kink Kank Hoorn meteen faam en bekendheid kreeg over het ganse Vlaamse land.
Toneeltornooi in 1953.
In 1953 organiseerde Kink Kank Hoorn een prachtig toneeltornooi voor de beste West-Vlaamse toneelverenigingen.
Kink Kank Hoorn speelde toen als slot van dit tornooi - maar buiten wedstrijd - "De Vrek" van Molière in regie van Remi van Duyn.
Landjuweel
In 1956 werd de kroon op het werk gezet met "Terug naar de Bron", een première van Jos Janssen, die in Antwerpen voor het Landjuweel werd gespeeld, en waarbij de tweede prijs werd behaald. De regie was toen in handen van de zeer gekende en vermaarde speler en regisseur Luc Philips.
Het daarop volgende jaar werd eveneens meegedongen naar het Landjuweel met "De Knecht van Twee Meesters" van Goldoni in regie van Luc Philips.
De hoofdrol was in handen van Guido Bruneel, een rol die hij op sublieme wijze vertolkte en waarmee Kink Kank Hoorn de derde plaats in het Landjuweel verwierf.
Het 26ste Landjuweel werd in Oostende gehouden in 1960.
Kink Kank Hoorn nam hieraan deel met het stuk "Heeft geleden onder Pontius Pilatus", eveneens in regie van Luc Philips. Dit stuk leverde voor Kink Kank Hoorn de vierde plaats op, maar twee spelers, nl. Albert De Maeyer en Julien Verdonck kregen een speciale vermelding van de jury voor hun briljante vertolking.
De jaren 60 en 70.
Vanaf toen was Kink Kank Hoorn over zijn hoogtepunt heen. Veel oudere, doorwinterde spelers werden toneelmoe en lieten het roer aan de jongere krachten.
Kink Kank Hoorn maakte in die jaren moeilijke tijden door, en moest opnieuw worden opgebouwd. Dit lukte dankzij de kundige leiding en inzet van Guido Bruneel en Wiliam Devos, die zich onafgebroken inspanden voor het toneel in De Panne. Er werd naar nieuw bloed gezocht en ook gevonden. Nieuwe acteurs en actrices werden gevormd en er werd opnieuw gespeeld.
Prachtige stukken werden opgevoerd, en met veel succes, zoals: "Suiker" van Hugo Claus, "Tramlijnbegeerte" van Tennesee Williams, "Van de Brug af gezien", "Oscar", "Een parel van een meid", "Soubrette", "De Cocospalm", enz.
Halfweg de jaren 70 kwam er weer een inzinking. Jonge talentvolle spelers verlieten door allerlei omstandigheden de groep (huwelijk, werk, verhuis, enz...).
In 1978 diende Guido Bruneel zijn ontslag als voorzitter in.
Hugo Devos werd aangewezen als nieuwe voorzitter en nam het roer over.
Natuurlijk waren de moeilijkheden niet opgelost, maar er werd hard gewerkt. Nieuw talent moest worden aangetrokken en werd gelukkig ook gevonden.
Met goede wil, vriendschap, werkkracht en samenwerking kon het schip in koers gehouden worden.
Nog hetzelfde toneelseizoen, nl. in december 1978 werd het stuk "Ik zie, Ik zie wat jij niet ziet" opgevoerd in de regie van Guido Bruneel en dit met verschillende nieuwe spelers.
Een nieuwe start
Het enthousiasme was er opnieuw, maar de accomodatie niet.
Na vele jaren dolen van het ene lokaal naar het andere, werd een soort nieuwe thuishaven gevonden in de oude gebouwen van het Sint-Pieterscollege, die nu aan de gemeente De Panne behoren.
Lang zullen wij er niet blijven van deze lokalen worden afgebroken.
Door het gemeentebestuur van De Panne werd gezocht naar een nieuwe locatie en voorlopig gevonden in de oude gebouwen van de telefoonmaatschappij. Hier wil het gemeentebestuur, een cultureel huis maken waar er blijvend plaats zou zijn voor Kink Kank Hoorn.
Nu wij leven op hoop!
Kink Kank Hoorn geeft de moed niet op. Alhoewel er vele ups en downs waren, heeft het nieuwe bestuur dat sinds 1991 om de drie jaar wordt herkozen, de financiële toestand weer gezond gemaakt.
Er werden nog mooie producties op de planken neergezet, zoals: "Andorra", "De Caraïbische Zee", "De Herbergierster" in de regie van Martine Linthout.
In november 1995 werd nog de dolle komedie "De Kat op het Spek" gespeeld.
Het jaar 1996 werd wegens omstandigheden een Sabbatjaar en werd er niet gespeeld.
Maar in 1997 werd "De Drielingbroers" van Collalto ten tonele gebracht in een regie van de beroepsregisseur Dirk Van Den Broeck. Het was een stuk uit de Commedia Del Arte, door hem in een heel speciale versie bewerkt.
Voor 1998, het jubileumjaar, werd geopteerd voor een klassieker.
Romeo en Julia van shakespeare in een moderne bewerking van Dirk Tanghe en in de regie van Dominique Berten, met heel wat jonge krachten die onze rangen zijn komen vervoegen.
Het wordt een onvergetelijk jaar voor Kink Kank Hoorn, want 1998 zal voor de leden, familie, vrienden, kennissen en sympathisanten van het toneel niet onopgemerkt voorbij gaan.
Dit feestjaar werd een meevaller en er werd nog lang nagepraat over het grote feest in de salons van de "Meli".
In dit jaar met viering van het 50 jarig bestaan wordt aan Kink Kank Hoorn de titel "Koninklijke toneelvereniging" toegewezen.
Wat de verder toekomstplannen betreft: de toneelgilde wil verder het publiek van De Panne en omstreken toneel brengen van hoog niveau en dat in vele jaren en dagen.
Tekst uit : "50 jaar Historisch overzicht 1948 - 1998" van Hugo Devos.